Cultuuromslag nodig om arbeidsmarktpositie 50-plussers te verbeteren
Afgelopen vrijdag was ik bij De Unie één van de drie inleiders bij het Arbeidsmarktdebat 50+. Vorige keer schreef ik op Emploit, naar aanleiding van een artikel van Paul de Beer, dat de arbeidsmarkt voor ouderen uitstekend functioneert. En op basis van een aantal statistieken is dit standpunt prima te verdedigen. Maar ik was op het Arbeidsmarktdebat juist gevraagd de stelling te betrekken dat ouderen het, op zijn zachtst gezegd, moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Een stelling die ik reeds vaker heb verdedigd. Dit is namelijk gewoon dagelijkse praktijk. Maar juist door die wirwar van cijfers, ingewikkelde grafieken en modellen én de discussie die steeds op macro-niveau plaatsvindt wordt de werkelijke problematiek vertroebeld.
Eerst maar eens wat cijfers om te laten zien dat zowel iedereen zijn of haar gelijk kan halen als het op de arbeidsmarktsituatie van ouderen aankomt. Zo zie je op onderstaand plaatje dat de arbeidsparticipatie van 50-plussers spectaculair gestegen is. Het aantal ouderen dat niet deelneemt aan het arbeidsproces neemt in rap tempo af. Voorlopige conclusie: met de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers zit het wel goed.
Kijkend naar de officiële werkloosheidscijfers, zoals door het CBS gerapporteerd, leidt tot de euforische conclusie dat 45-plussers het veel beter doen dan andere leeftijdsgroepen. Onder jongeren tot 25 jaar is het werkloosheidspercentage maar liefst ruim twee keer zo hoog. En ook de 25 tot 45 jarigen zijn iets vaker werkloos dan de ouderen. Het CBS telt iedereen die actief op zoek is naar werk voor 12 uur of meer per week mee tot de werkloze beroepsbevolking
De situatie wordt totaal anders als je de cijfers van het UWV erbij pakt. Het UWV spreekt van Niet Werkende Werkzoekenden (NWW). Dit is een veel bredere definitie waaronder ook werklozen vallen die niet actief op zoek zijn naar een nieuwe baan of niet op korte termijn beschikbaar zijn (bv. omdat ze een opleiding volgen die hun kansen op de arbeidsmarkt moet vergroten). Het blijkt dat veel oudere werknemers ontmoedigd zijn door hun ervaringen op de arbeidsmarkt. Ze staan geregistreerd als werkloos, maar zoeken niet (meer) actief naar werk (discouraged worker effect).
En dan zijn er nog vele onderzoeken die aantonen dat leidinggevenden het liefst meer jongeren in hun team hebben, 38 jaar de ideale leeftijd voor een werknemer vinden en sceptisch staan tegenover doorwerken tot 65 jaar (slechts 20% van de leidinggevenden vindt dit een goed idee). Kortom, een veel minder rooskleurig beeld van ouderen op de arbeidsmarkt.
En daarover wordt door deskundigen en wetenschappers druk gedebatteerd. Vervolgens komen ook de oplossingen op tafel: “Versoepel het ontslagrecht, dan worden ouderen sneller aangenomen.” “Beperk de duur van de ww, dan gaan werkloze ouderen actiever op zoek naar werk.” “Maak afspraken in cao’s over aflopende loonschalen.” Prachtige macro-economische oplossingen, maar ze werken niet. Dat is slechts symptoombestrijding. Het probleem zit ‘m namelijk in de perceptie van ouderen door werkgevers (en werknemers zelf).
In het onderzoek “Beelden van de productiviteit van ouderen bij werkgevers en werknemers” wordt het volgende geconstateerd:
- Ouderen zijn: betrouwbaar, sociaal vaardig, betrokken, nauwkeurig en klantgericht
- Jongeren zijn: creatief, flexibel, bereid opleidingen te volgen, vaardig met nieuwe technologie en een hogere mentale en fysieke belastbaarheid
Ouderen worden met name ‘zachte’ kwaliteiten toebedeeld en jongeren de ‘harde(re)’ kwaliteiten. Werkgevers laten die hardere kwaliteiten zwaarder meewegen in termen van productiviteit. Voor productiviteit willen ze betalen. Deze denkbeelden zijn zeer diepgeworteld en berusten niet op waarheid. Zo tonen bijvoorbeeld diverse onderzoeken aan dat de mentale weerbaarheid van mensen pas na hun 65ste levensjaar afneemt. Maar hoe dan ook, deze beelden, typeringen zijn er en zorgen voor een achterstandspositie voor ouderen op de arbeidsmarkt. Zolang deze typeringen bestaan zal dat niet veranderen. De gewenste situatie is die van de Benidorm Bastards. Voor wie het gemist heeft: ouderen houden jongeren voor de gek door zich als diezelfde jongere te gedragen. En dat is humor. Of eigenlijk schrijnend, want dat is het beeld dat we van ouderen zouden moeten hebben! En daar zijn we nog mijlenver van verwijderd.
Er zal een echte cultuuromslag moeten komen willen we ouderen als volwaardige werknemers gaan behandelen. De emancipatie van de vrouw op de arbeidsmarkt heeft ook tientallen jaren geduurd. En is nog steeds niet geheel voltooid, gezien het gebrek aan vrouwen in topposities en de achterstand in beloning ten opzichte van mannen in een vergelijkbare functie.
Wellicht dat de positie van ouderen sneller verbeterd dan die van vrouwen. Ik hou mij daarbij vast aan het Onderwijs. Dit is de meest vergrijsde sector in Nederland. Ruim 25% van de werknemers in het Onderwijs is 50+. Omdat de arbeidsmarkt voor docenten krap is moeten onderwijsinstellingen wel ouderen in dienst houden / nemen. En daarmee wordt van binnenuit gewerkt aan een cultuuromslag. Zo kon het zelfs gebeuren dat mijn schoonvader, vorige week 65 geworden, gevraagd werd om nog enkele jaartjes vast te plakken aan zijn actieve docentencarrière. Nood breekt wet…
Uiteraard helpen ook positieve rolmodellen (het kabinet Rutte, met allemaal oude bewindslieden?) en gedegen onderzoek om de mythes rondom ouderen te demystificeren. Het zal nog even duren voordat leeftijdsdiscriminatie tot het verleden behoort. Maar er gloort wat hoop.