Wanhoop
Ik ben een vrij gemiddelde stadse dertiger. Vrijgezel, kinderloos, zzper. Het verschil tussen mij en de rest van gemiddeld Nederland is niet zo groot. Behalve misschien dat ik mij regelmatig wanhopig voel. Mensen bewonderen mij soms om de keuzes die ik maak. Zo heb ik een jaar geleden vrijwillig afscheid genomen van een baan die mij niet vervulde en relaties verbroken die niet goed voor mij waren.
Ik kan een heel verhaal ophangen over dat ik geloof dat mensen moeten kiezen voor waar hun hart naar uit gaat en dat alles dan wel op zijn pootjes terecht komt. Ik geloof dit wel, maar twijfel ook en ben te praktisch ingesteld om maar zomaar blind te vertrouwen. Zo ging het bij mij dan ook niet. Het stoppen met ‘werken in de IT voor een grote semi overheidsorganisatie’ had voor mij niets met kiezen te maken. Het was wanhoop.
Ik had een gemiddeld leven volgens de maatschappelijke norm, met wat gezellige uitjes hier en daar. Als het aan mij lag had ik dat leven nooit verlaten. Maar ik ben uit het raam gesprongen van een prima kantoor, een fijne en veilige plek met een vast contract, zo de mist in. De meesten mensen wachten op een ontslag, een faillissement. Maar ik ben vrijwillig gesprongen. Waarom? Omdat ik wanhopig was. Ik had geen andere keus. Na het springen werd ik nog wanhopiger. Wat moet ik nu met mijn leven? Toen veranderde alles. Ik realiseerde me dat ik opgegroeid ben met het idee dat als je iets wit je er voor moet werken. Ik wist vaak niet wat ik wilde dus belandde ik op allerlei aangename en minder aangename plekken. Ik riep dat het enige wat ik echt nodig had en wilde een paar maanden vrij was om te ontdekken wat ik echt wil. Spontaan kreeg ik die. Mijn werkgever was namelijk nog niet zo’n kwaaie. Ik had een aantal jaar flink mijn best gedaan op mijn flexplek en zij zagen ook wel in dat het voor mij goed was om eventjes rust te nemen voordat ik op straat zou staan. Dit is de welbekende rust die de meeste begin dertigers nodig hebben. Ook dit was geen kwestie van vertrouwen. Het was wanhoop.
Waar ik achter kwam in mijn wanhoop is dat het enige wat ik wilde niet zo heel spannend was. Ik heb geen grote ambities of dromen. Ik wil iets doen wat ik leuk vind zo simpel is het. Dit voelt als het tegenovergestelde van werken aan je doelen en totaal niet haalbaar. Ik werd zo wanhopig dat ik uitriep: ‘Laat mij alstublieft ontdekken wat ik leuk vind en daar mijn werk van maken.’ Ik heb precies gekregen waar ik om vroeg toen ik wanhopig was. Het lijkt alsof het universum, God, of hoe je het ook noemt best mee wilt werken. Als je maar wanhopig genoeg bent. Mensen zijn in staat bergen te verzetten, als zij maar zeker weten dat het de enige weg is. Wanhopigen zijn blijkbaar in staat om ergens nog een laatste beetje hoop te vinden. Deze ene uitweg, deze ene optie is dan de enige mogelijkheid die wij voor ons zien. Deze hoop doet leven.
Het enige wat je hoeft te doen is springen. Het enige wat je nodig hebt om de sprong te wagen is wanhoop. In mijn praktijk praat ik met mensen over hun hartenwens. Wat wil je nou echt? Is dat iets simpels zoals bij mij? Omarm jezelf en je wensen volledig en dan zal je in de wanhoop een pad volgen dat bijzonder genoeg precies leidt naar waar je moet zijn. De enige vraag is, ben je wanhopig genoeg?